Stukje.net Header

Onvolgroeid. Onnavolgbaar. Onontkoombaar.

— Witold Gombrowicz

Het Spel van Voor

Een jongen werd verliefd, en om haar te bereiken begon hij een weblog. Niet om direct contact te zoeken, maar om haar te verleiden met woorden. In stukjes, in omwegen, in gestileerde bekentenissen — hij schreef in de hoop dat ze meelas. Niet zeker of ze hem zag, maar des te zekerder dat hij gezien wílde worden. Soms direct, soms omtrekkend, en altijd met een vleugje mislukking.

Wat volgt is geen rechtlijnig verhaal, maar een mozaïek van brieven, gedachtenflarden, ontmoetingen en stiltes. Tussen de regels door ontvouwt zich een portret van een jongeman die balanceert tussen bravoure en zelftwijfel. Hij flirt, filosofeert, weegt zijn woorden en vraagt zich telkens af: ben ik genoeg? Het schrijven is tegelijk uitdrukking én bescherming: een manier om dichtbij te komen zonder zich helemaal over te geven. De kwetsbaarheid schuilt niet alleen in wat er wordt gezegd, maar juist in de constructie — het spel — dat het verbergt.

Een weblog lijkt vluchtig – geschreven in het ritme van de dagen – maar wat eenmaal gepubliceerd is, draagt een onvermijdelijke definitie in zich. Een boek biedt ruimte om te herschrijven, te schuiven, te polijsten. Bloggen dwingt tot keuzes in realtime. Het Spel van Voor beweegt tussen die twee: het leeft mee met het moment, maar zoekt tegelijk naar literaire regie — naar vorm, ritme, herhaling. Zoals Marshall McLuhan schreef: "The medium is the message." En juist door binnen die beperkingen te zoeken naar iets blijvends, ontstaat een vorm die beide werelden raakt.

Over de auteur

Mark Wouters

Mark Wouters (1978) is schrijver met een sterke interesse in taal en hoe die kan verwarren, verrassen of aan het wankelen brengen. Zijn werk is beïnvloed door het absurdisme en schrijvers als Gombrowicz en Oscar van den Boogaard.

Recensies

Begin met lezen

Het Spel van Voor (2006)

Stukje.net Header
ZONDAG 15 JANUARI 2006

Daarom dus een weblog

Daarom dus een weblog
Elke stap voorwaarts, naar een product of actie in de werkelijkheid, is een keuze en vereist een bepaalde overtuiging. Bij de meeste mensen gaat dit onbewust en leeft men gelukkig en wel van de resultaten die het oplevert. De twijfelaars, denkers en gedeprimeerden komen nergens, omdat ze geen keuzes kunnen maken, denken dat ze altijd een betere keuze kunnen maken of omdat het maken van keuzes toch geen zin heeft.

Als je een stukje wilt schrijven ga je eerst een structuur verzinnen om vervolgens de inhoud te genereren. Net als wanneer je wilt plannen je eerst de stappen gaat verzinnen die je allemaal wilt gaan doen. Dit structureren houdt in dat je keuzes moet maken en deze niet meer moet wijzigen, anders kom je in een eeuwige loop van correcties. Je hebt dus een bepaalde mate van verstarring nodig, een bepaald blind geloof in je eigen constructie. Pas dan kom je ergens.

Neem als voorbeeld dit weblog. Als je een berichtje gaat schrijven en je gaat nadenken over wat je wilt schrijven, wat het doel van je weblog is en in welke vorm je het wil neerzetten kom je nergens, totdat je genoegen neemt met een bepaalde aanpak. Zelfs als je wilt schrijven over het feit dat je niet weet waarover of in welke vorm je wilt schrijven, moet je jezelf hier nog steeds van overtuigen en krijgt je weblog een bepaalde vorm en uitstraling. Je moet je dus overgeven aan een overtuiging.

Je zomaar overgeven aan willekeurige overtuigingen die je, met veel te weinig nadenken hebt verzonnen en waar je nog niet echt van overtuigd bent, gaat natuurlijk nooit lukken. En hier biedt een weblog uitkomst. De vorm van elke dag een bericht maken verplicht je uit je hoofd iets te fabriceren. Niet de gedachte of de overtuiging van een bepaalde aanpak bepaalt de inhoud van het stukje, het is de vorm van het webloggen die de inhoud laat ontstaan uit je gedachten. Een prima middel dus om je gedachten mee op orde te brengen. Weet ik eindelijk wat ik denk en hoef ik me nergens van te overtuigen.
Later die dag
ZONDAG 15 JANUARI 2006

Het leven is als het grijpen naar een appel

Het leven is als het grijpen naar een appel
Het leven is als het grijpen naar een appel. Je wilt altijd de appel waar je net niet bij kunt, je wilt altijd hoger springen. Je ogen willen diegene die het mooiste glinstert. Je hart eentje in de schaduw, die nog niet zo is afgevlakt van al die begerige blikken. Je hand neemt al genoegen met de appel op het punt tussen stijgen en dalen. De benen hebben nooit zin, omdat ze niet willen meewerken aan het genot van de handen die daarboven vrij kunnen ronddansen. De appel ter hoogte van de hand is bang om gegrepen te worden en is teleurgesteld er te moeten zijn voor iemand die niet hoger komt. De appel die net iets hoger hangt kijkt vol minachting naar de laffe hand die ogenschijnlijk deel is van een inferieur lichaam dat niet in staat is ver genoeg te reiken.

De avond valt, je benen verzuren, je hart maant je tot de orde, de zon gaat onder. Je lichaam is allang tevreden met elke appel die je grijpt. Vervulling. Rust. Het spel is voorbij. Het geluk is voorbij. Was je maar eeuwig blijven springen.
1 dag later
MAANDAG 16 JANUARI 2006

Ingezonden brief aan een beminde

Ingezonden brief aan een beminde
Ik weet niet of ik op een bericht moet wachten of dat ik zelf actie moet ondernemen. Het is alweer een paar dagen geleden dat ik je schreef en ik heb nog steeds niets gehoord. Ik wil niet wanhopig overkomen, maar toch. Je bent misschien geschrokken van mijn vorige bericht, ik had het ook anders moeten formuleren. Ik doe dit niet zo vaak, eigenlijk nooit.

Wat ik eigenlijk wilde zeggen was dat ik je site heel leuk vind en dat je volgens mij een heel bijzonder meisje bent. Je maakt zulke mooie dingen, zo puur en kwetsbaar. Als een donzig kuikentje, en jij verzorgt dat kuikentje. Ik kan ook wel een moeder gans gebruiken... Wat ik eigenlijk bedoel is of we elkaar eens kunnen ontmoeten, ik woon in dezelfde stad dus dat is lekker makkelijk. Doordat je nog niets hebt laten horen voel ik zo'n afstand. Je bent als een McDonald's langs een snelweg zonder afslag. Onbereikbaar.

Ik zal wat over mezelf vertellen, dat breekt het ijs wat. Ik ben een doodnormale jongeman van om, rond en nabij jouw leeftijd, met bruine ogen en bruin haar. Ik ben vrijgezel, voel me daar prettig bij, maar voel me af en toe toch een beetje eenzaam. Sommige dingen zijn gewoon veel leuker met z'n tweeën (en dan doel ik niet daarop!). Valt je dat ook op, dat je in de bios zit en alle stoelen om je heer leeg zijn. Of dat je aan de bar zit en niemand luistert. Dat is niet altijd even leuk. Ik voel me dan als een vijver zonder vissen. Verlaten. Daarom zoek ik een gezellige levensgezellin om deze leegtes mee te vullen. Ben jij die fluwelen, tedere rots in de branding die een aanvaring met mijn schip niet uit de weg gaat?

Ik loop misschien wat te hard van stapel, maar dat valt wel mee. We kunnen het toch een keer proberen, als het niets wordt even goeie vrienden. Laat je alsjeblieft wat horen, ook als het je niets lijkt. Dan kan ik die schattige zwarte Little Pony's uit mijn dromen de deur wijzen en verdergaan met mijn leven. Als je dit nog leest bewijst dat toch in ieder geval dat ik je weet te boeien? Denk er rustig over na, ik heb geduld. Doeiiiiiii.
1 dag later
DINSDAG 17 JANUARI 2006

De oude man

De oude man
De oude man wilde de deur achter zich dichttrekken, struikelde, deed alsof er niets aan de hand was en vroeg zich af wat er gebeurd was. Alles draaide, hij begon te lopen. Lopen ging moeizaam en bestond uit steeds meer handelingen die met precisie moesten worden uitgevoerd. Laatst had een jongeman hem moeten helpen met oversteken. Heel behulpzaam, maar hij was misselijk geworden van die ongeduldige blik in zijn ogen.

In de verte zag hij kinderen schommelen, maar toen hij er aankwam was hun bestaan alleen nog maar af te lezen uit het platgetrapte gras. De wereld hield zich niet meer aan zijn tempo, hij was verraden, begon langzaam het contact met zijn grootste goed te verliezen. Het water kabbelde, naar de kade, van de kade, eindeloos in rust. De eendjes en de babyvogeltjes waren zo aandoenlijk en mooi terwijl ze zich overgaven aan het spel van voeden en gevoed worden. Ieder op zijn eigen tempo. Hij zou de eendjes willen knuffelen, zich weer vader voelen, zich weer man voelen en zich voeden met de geborgenheid van een fluweelzachte vrouwenhuid. Hij kreeg het gevoel dat zijn leven alleen nog maar was gevuld met afwezigheid, wat er niet meer was, wat hij niet meer kon. Ouder worden was als met de rug naar de toekomst staan, de blik op het verleden en roerloos een voorbijtrekkend landschap van verloren beminden en lichaamsfuncties gadeslaan.

Hij durfde niet te knipperen, bang dat zijn trage oogleden en tamme oogvocht het dons van de kuikentjes zouden vegen en vervangen door de alledaagse kille afstandelijkheid. Hij bezat de traagheid waarmee je van het moment kon genieten, onverschillig voor wat komen ging. Daar waar alle verwachtingen en idealen stollen in dat ene moment van tevredenheid. Tranen deden hun best zijn ogen te verlaten, maar ze waren niet meer snel genoeg om er gelukkig van te worden. Ze maakten hem verdrietig.
Later die dag
DINSDAG 17 JANUARI 2006

Ik verlies mezelf

Ik verlies mezelf
Vandaag lekker macaroni met zalm, artisjokhartjes, parmezan en stukjes appel gegeten. Hmmm. Ik was ziek, hoofdpijn en keelpijn, het was dus weer een ware uitdaging vandaag. Wat gelezen, geslapen en muziek geluisterd, Feist - een waar genot. Ik heb uren geijsbeerd en weer terug. Ik heb ook nog een stukje over en oude man voor mijn weblog geschreven.

Sinds ik met dit weblog begonnen ben raak ik steeds meer in de war. Ik ben bezeten, althans dat denk ik. De afstand tussen mij, voor zover ik daar zelf toegang toe heb, en de weblog-ik wordt met de dag groter. Is dat nou wat in mijn hoofd huist, zijn dat nou de langverwachte pakketjes die op dagelijkse basis mijn pand verlaten? Het is zo makkelijk om iets te schrijven dat nergens over gaat, bijvoorbeeld: een ware musicus reist in de tijd en wacht de volgende klank op daar waar ze hebben afgesproken. Verliefdheid is als het het water dat verdampt na het zwemmen in de zon. Kwetsbaarheid is met gespleten ogen tegen de zon inkijken en wachten tot iemand je laat schrikken. Het gaat nergens over en weerhoudt me van al dat andere dat nu niet gezegd kan worden.

Al deze stukjes zouden eens wat meer over mij moeten gaan, maar wat ik tot nu toe zie verschijnen zijn alleen maar pogingen om mijn ik te verbergen. Het zijn kitscherige, laffe schijnbewegingen die de manipulative streken van mijn ware aard maskeren. Het zijn woorden die zich als een virus in het hoofd van de lezer nestelen om aldaar een beeld te propageren dat gebaseerd is op misleiding en bedrog. Ik herken mezelf niet meer in die stukjes, die gladde woorden, dat web van bijvoeglijke naamwoorden en gespeelde emotie. Als getuige van mijn eigen leven zou ik uit een line-up van maskers niet eens meer mezelf kunnen aanwijzen. Ik voel me zo'n lafaard, iemand die zich verschuilt achter hogere thema's. Zo iemand ben ik niet.

Het echte leven schuilt in het beleven. Een leven dat nog niet is aangetast door denken, reflectie en verwachting. Waar een handeling niet gemotiveerd wordt vanuit zingeving, maar er gewoon is. Een leven in het nu, waar je je toekomst kunt opfrommelen tot een propje en het naast de prullenbak mag gooien. Daar gaan we weer. Ook dit is slechts een volgend vernislaagje van ogenschijnlijke zelfreflectie en mierzoete leugens dat mij aan de hand voert en tot recidivist maakt van een nieuw delict. Ik voel de grond onder mijn voeten verdwijnen, ik verlies mezelf.
1 dag later
WOENSDAG 18 JANUARI 2006

Wat er gebeurde op de kade

Het is een stralende dag midden in de winter, de zon schijnt en het is gematigd koud. In deze stad het geschikte moment om een wandeling langs het water te maken. Het is niet ver en binnen een paar minuten loop ik al over de kade. Ik zie de schepen, een hoorn galmt, de ijzige wind snijdt in mijn nek. Het waait hier altijd harder dan in de stad. Verlaten doolt er een lief, klein poesje rond. Ik kniel en aai haar, in de nek, achter de oren, onder haar buik. Haar spleetoogjes en snorhaartjes verraden dat het genot teweegbrengt. Ik til haar op. "Zo teder en kwetsbaar en toch altijd op zoek naar een nieuw avontuur, hé kleine", zeg ik. Dit liefkozen bevalt me en heeft voor mij iets goddelijks, een moment waarop de kolossale uitgestrektheid om me heen oplost en wordt omgezet in een gerichte liefde voor dit tere schepsel, het geeft me rust en voldoening.

Ik word uit mijn mijmering gewekt door luid gemiauw. In de verte zie ik honderden poezen aan komen stormen, allen net zo aandoenlijk als het exemplaar dat in mijn armen rust. Het ziet ernaar uit dat ze ook verlangen naar de door mij geuite liefkozingen en nu allemaal tegelijk hun deel komen opeisen. De vogeltjes om mij heen voelen dat er iets gaande is en verlaten de grond onder zich. Er is iets vreemds aan de hand, het is een waas, hoe dichterbij ze komen hoe beter ik het kan zien. Bij elke stap dichterbij verliezen ze een deel van hun haren, in alle kleuren, bij elke helft van een stap, bij elke helft van de helft. Het gaat steeds sneller. Nog voordat ik tijd heb me af te vragen wat er aan de hand is hoor ik een zelfde opkomend lawaai achter me. Ook van daar komen ze al miauwend op hoog tempo aanrennen, als ware het voor een plekje op de Ark. In alle kleuren en met fiere sprongen duikelen ze over elkaar. Ook hier voltrekt zich hetzelfde ritueel van gedoseerd vachtverlies, onbegrijpelijk maar een waar schouwspel om te zien hoe een gelaagde donzige deken zich meester maakt van de straat. Het lijkt alsof ze vanuit een gemeenschappelijke daad een deel van zichzelf afstaan om zo de straat te versieren voor hun aankomst. Ik word langzamerhand steeds banger dat deze kleine tijgers tezamen een gigantisch monster vormen dat bereid is me in één hap te verorberen of op zijn minst in stukken te rijten. Ik wil bewegen, maar er is me geen ruimte gegund verder van dit noodlot.

Ik voel mijn hart kloppen, het bloed is in mijn hoofd en weet zich geen raad, mijn lichaam is in ongewenste rust. De tijd begint te dringen, ik moet wat ondernemen. Ik word steeds sneller benaderd door duizenden bloedmooie oogjes waaruit geen betekenis valt af te lezen. Dit kan toch niet het einde zijn? Ik loop dichter naar de kade, zo dicht mogelijk bij het water, de enige meters uitstel die mij resten. Ze zijn tot enkele meters genaderd, passen hun ritme aan en maken zich klaar voor de sprong. Tegelijkertijd zetten honderden achterpootjes zich af, gestrekte lijfjes, oorverdovend gekrijs. Zoveel overdaad is mij teveel, aan de veranderende stand van de zon merk ik dat ik val. Ik hoor water gekletter geplons voldoening. Allemaal, als één bewustzijn storten ze zich in het water, massaal en vol overgave van de kade, alsof hun doel altijd al daar heeft gelegen. Roerloos val ik neer.

Als ik mijn ogen open ben ik omringd door dezelfde duizenden vragende oogjes, ditmaal vol genade. Als schoolkinderen stellen ze zich op in een lange rij, netjes achter elkaar. Een voor een komen ze mij nader, bewegen hun hoofdje schuin en doelgericht langs mijn been heen en weer, alsof ze weten dat je bij drie keer een wens mag doen. Ze verwachten een streling, kirren. Af en toe krijg ik een eigenzinnige blik geworpen die niet gerelateerd is aan mijn handelen, maar die ik wel moet beantwoorden. Tevredenheid is er tussen het verlaten en de aankomst van de volgende. Als mijn aandacht verslapt word ik onmiddellijk door dit tribunaal van gelijkgestemden aangeklaagd, veroordeeld en terechtgesteld. Ik heb alle controle verloren, voel me vernederd door zoveel begerige blikken naar hetzelfde. Er wordt geen rekening gehouden met de groeiende omvang van mijn vermoeidheid. Bang voor de macht van de meute gehoorzaam ik gedwee, gelijke behandeling voor allen.
2 dagen later
VRIJDAG 20 JANUARI 2006

Ik ben weer thuis

Ik ben weer thuis
Sinds ik dit weblog begonnen ben heb ik slapeloze nachten en ben ik me constant bewust van mijn schaduw ik. Als ik 's ochtends mijn stukjes teruglees maakt zich een gevoel van vervreemding van mij meester. Wat ik zie stamt uit een onderwaterwereld, waar niets is wat het lijkt en waar je alles voor het eerst ziet dat wel lijkt wat het is. Het is alsof ik een buitenlandse krant opensla en van rechts naar links moet lezen. De lay-out vormt met de tekens een volmaakte symbiose die ervoor zorgt dat het geheel als met vulpen geschreven lijkt. De waarheid die achter deze mysterieuze tekens verborgen gaat wordt angstvallig verborgen gehouden middels hun sensuele verleiding. Dat brengt verwarring.

Het voelt alsof ik het huis uit ben gezet en mijn plaats is ingenomen door een welkome gast die uit mijn naam de correspondentie voert. Uit de inhoud van de stukjes is af te leiden dat de genode gast de restanten van mijn dromen heeft opgesnoven, geconverseerd met mijn aantekeningen en kennis van me heeft genomen in de spiegel. De schoonheid waarmee deze ontmoetingen worden omgezet in een glooiend landschap van vrede en rust, daar waar nog tijd is tussen de momenten, een waar paradijs zo ontroerend. Juist dat voelt als een ware verkrachting.

Het starten van een weblog moest orde brengen in mijn leven, en zie hier totale ontreddering! De afstand tussen de waarheid en het geschreve is zo groot dat ze aan elkaars horizon opgaan in damp. Alleen ik kan de vorm van de waarheid nog in het resultaat herkennen. Ik zie een misbruikt en zwaar verminkt lijk, in een overdaad aan rozen geworpen, omgeven door konijntjes die in hun naïeve onschuld aan elkaar snuffelen. Nog liever de waarheid dan medeplichtig zijn aan een dergelijk tafereel! Ik heb deze zelfbescherming niet nodig, ik biecht al! Het is inderdaad waar dat mijn dromen gevuld zijn met duizenden kale, natte poesjes, die gedwee aan elkaar snuffelend, in de rij staan voor mijn bevrediging. En dat ik de enige op aarde ben die dat geven kan in de mate waarin ik dat geven kan. En zij weten dat. En ik terg ze door eisen te stellen aan hun haardracht, te verlangen dat natheid alleen telt als het zichtbaar is en niet op te houden voordat de vermoeidheid groter is dan de omvang.

Het is eruit! Wat een gekunsteldheid straalt er toch van dat bericht nu de waarheid ontmaskerd is. De betovering is verbroken! Ik ben weer thuis, verlost van deze maniak die mij de middelen ontnam om echt te verschijnen voor mijn lezers. Nu kan ik eindelijk het volle licht laten schijnen over mijn leven, en beginnen met webloggen.
2 dagen later
ZONDAG 22 JANUARI 2006

Ingezonden brief aan een beminde #2

Ingezonden brief aan een beminde #2
Hoi hier ben ik weer, ik hoop niet dat ik stoor. Het is alweer een tijdje geleden dat ik je schreef. Zowel op mijn eerste als tweede brief heb ik nog niets gehoord. Je zult het wel de druk hebben met je overvolle agenda of je bent bezig met iets prachtig en wil daarbij niet gestoord worden. Ik wil niet opdringerig zijn of wanhopig overkomen, maar toch kon ik het niet laten je te schrijven. Sinds we met elkaar converseren voel ik me elke dag een beetje warmer worden van de spanning. Ik doe dit normaal nooit dus dan krijg je dat.

Hopelijk vind je het leuk dat ik je schrijf en vind je het lezen net zo spannend als ik het schrijven. Ik moet terughoudend zijn in de overgave aan mijn gevoelens, want anders zal ik helemaal hard van stapel lopen. En ik weet natuurlijk nog niet hoe je gaat reageren en of al deze emoties voor niets zullen zijn. Ik ben bang om me kwetsbaar op te stellen, daar heb ik niet zo'n goede ervaringen mee. Ik wil je er niet mee lastigvallen, maar neem van mij aan dat dergelijke ervaringen echt pijn doen. Toch kan ik je niet uit mijn hoofd zetten, je resoneert in elke gedachte en bent bij me tijdens de afwas, op de fiets en zelfs onder de douche (figuurlijk dan). Je bent eigenlijk als een hersentumor. Niet uit mijn hoofd te krijgen. Maar dat is natuurlijk een beetje grof.

Ik zou graag eens met je willen afspreken om door de stad te lopen, een filmpje te pakken of gewoon ergens te gaan zitten. Dan kan ik je laten zien dat ik best leuk gezelschap ben en dat ik grappig uit de hoek kan komen. Je hoeft niet bang te zijn om te reageren, ik ben heus geen engerd! En het aanbod geldt nog steeds: als je het niet leuk vindt even goeie vrienden. Ik ben goed in het vertellen over blaadjes en dieren tijdens een wandeling in het bos. Dat maakt me altijd heel gelukkig en ik wil dat weleens met iemand delen. Als ik het tegen mezelf vertel voelt het zo als een carrousel zonder kinderen. Nutteloos.

Maak snel de dingen af waarmee je bezig bent en twijfel niet langer. Ik heb je zoveel te vertellen en wil zo ontzettend veel leuke dingen met je doen. We kunnen rustig beginnen en elkaar daarna steeds beter leren kennen. Je maakt zoveel mooie dingen, dan kun je mijn dag toch ook wel eens pimpen? Ik hoop heel snel wat van je te horen, veel liefs (of mag ik je stiekem al een kus geven?).
1 dag later
MAANDAG 23 JANUARI 2006

Zo hoort een weblog te zijn

Zo hoort een weblog te zijn
Sinds de ontmaskering van een paar dagen geleden, waarbij ik de genode gast die mijn stukjes verziekte de deur heb gewezen, kan ik weer goed slapen. Een dergelijke mooidoenerij kon ik niet langer tolereren, zo ben ik nou eenmaal niet. Niet alleen de ziekelijk vervormde inhoud van de stukjes, maar ook mijn passiviteit jegens zijn handelen dreef mij tot waanzin. Slapeloze nachten vol verdriet waren het resultaat. Dat is gelukkig voorbij.

Ik kan weer verder met mijn oorspronkelijke opdracht, het dagelijks ordenen van mijn gedachten en deze omzetten in mooie stukjes. Nu ik daar toch al een tijdje over heb kunnen nadenken kan ik het goed aanpakken. Zo weet ik inmiddels wat ik niet wil, iets dat ik bij vele anderen fout zie gaan. Veel mensen schrijven over wat ze op een dag gedaan hebben, bijvoorbeeld dat ze zijn gaan werken, iemand zijn tegengekomen en een praatje hebben gemaakt. Wat voor misselijkmakende nietszeggendheid druipt er toch van een dergelijke alledaagsheid, wat een banaliteit! Zulk een bericht levert de lezers net zoveel waarde als het dagboek van een dooie tor. Maar toch zijn er honderden bezoekers die knielen en zich laven aan deze beschamende verdorvenheid. Zij vormen één groot web van gelijkgestemden, die de schijn van grootsheid op proberen te houden door elkaar te drogeren met wederzijdse complimentjes. Deze mensen handelen uit naïeve onschuld en zijn zich niet bewust van hun contra-evolutionaire handelen, dat het menselijke ras uiteindelijk ten gronde zal richten. Ze zijn als fabrieksarbeiders die de uitdaging van hun werk duiden in de aangenaam variërende snelheid van de lopende band. Het zijn mensen voor wie de dag al geslaagd is zodra ze in hun bestaan zijn bevestigd door een enkele getuige van hun kortzichtigheid. Walgelijk!

Een weblog dient een geheel ander doel na te streven en een compleet ander volk aan zich te binden. Een weblog dat ik voor ogen heb snijdt grote wereldse thema's aan, die worden verdedigd met welsprekende retoriek en hoffelijkheid, totdat de uitputting nabij is. Zij die in de wereld der beschaafdheid zijn opgenomen zullen een bericht gedisciplineerd onder vuur nemen door middel van gepaste argumentatie en getoonde eerbied. De hieruit ontspruitende, nauwkeurig gewogen wereldvisie zal de naïeve bezoeker door middel van een lyrisch dialectisch spel verleiden tot een dans, die hem langs de grootste deugden der mensheid voert. Zo komt de mens tenminste ergens! Daarnaast zal op het weblog met regelmaat de eruditie van de schrijver worden bevestigd door zijn handelen, observeren en denken met gepaste bescheidenheid in een prachtige openbaring te tonen. De mensheid schreeuwt om zo'n plek waar je gemoedelijk en in alle eerlijkheid kunt samenkomen om je te voeden met een bron die zo helder is, dat hij lijkt als van een andere wereld. Ik weet dat het hoog gegrepen is, maar toch neem ik deze zware last op me en zal ik een dergelijk weblog proberen te starten. Er is haast geboden en ik zal meteen actie ondernemen.
1 dag later
DINSDAG 24 JANUARI 2006

Hopen is al dansend de wereld rond

Hopen is al dansend de wereld rond
Hopen is als het proberen te bereiken van een doel, waarvan men je nooit heeft gezegd waar het ligt, en waarbij alle richtingaanwijzers een andere kant op wijzen. Je weet niet hoever het is, welke richting je op moet en wanneer je er bent. Onder deze onzekere omstandigheden kun je maar beter een zwerftocht maken in plaats van een hardloopwedstrijd. Maak van je middel een doel en vergeet datgene waarop je hoopt. Ga voor de reis.

Dus pak je spullen en ga op pad! Zorg dat deze reis onvergetelijk wordt: vol verbazing, pijn en heimwee. Beleef de hoop als een waar genot, niet als iets dat bereikt moet worden, maar als een uitdaging vol ervaringen. Overlaad jezelf met enthousiasme en besluit alles te willen zien. Zie schoonheid in het water, de lucht en alles daartussen, en geniet van een kampvuur met toevallige voorbijgangers en lotgenoten. Denk aan het publiek bij aankomst, dat je zal overladen met bloemen en je zal bewonderen voor je doorzettingsvermogen. Men zal aan je lippen hangen terwijl je vertelt over de weg die je hebt afgelegd en de avonturen die je hebt meegemaakt. Maar bescheiden als je bent moet je dit moment eeuwig uitstellen, alsof je nooit genoeg kunt meemaken om op deze manier geëerd te worden. Doe het niet daarvoor!

Reis niet voor de mooiste plekken, de meeste kilometers of voor de verdovende werking van complimentjes. Reis voor jezelf en geniet van het onderweg zijn, het slenteren, de tijd die je hebt. Sluit je ogen, sla je armen uit en ga dansen, zwieren en geniet van de beweging die misselijkheid veroorzaakt. Eindelijk ben je verlost van de willekeur der omstandigheden en heb je dit alles overstegen. Voel het geluk waarvoor alleen jij verantwoordelijk bent. Maak van je reis een waar kunstwerk en blijf hopen dat het de sleutel is tot je doel.
1 dag later
WOENSDAG 25 JANUARI 2006

Het moet persoonlijk zijn

Het moet persoonlijk zijn
Een paar dagen geleden heb ik mijn visie op dit weblog uit de doeken gedaan. Dat staat mooi zo'n uitspraak, maar hij heeft pas echt waarde als ik hem concreet maak en uitvoer. En dat is nou juist waar ik de afgelopen dagen mee bezig ben geweest. Het moet dus een soort moestuin der evolutie worden, waar mijn gedachten als vruchten worden gezaaid en worden overgoten met reacties, die de kunstmest en garantie vormen voor een plant die alle deugden op aarde in zich draagt. Dat is echter geen eenvoudige opgave.

Ik ben eens te rade gegaan bij andere weblogs. Wat ik daar zag was nog erger dan mijn vorige ervaringen en heeft mij gesterkt in mijn overtuiging. Sommige mensen zijn alleen in staat waardeoordelen te geven over andere berichten. De laagste categorie webloggers, waarbij het verschil tussen afgestorven hersencellen en intelligentie aan de buitenkant niet meer zichtbaar is, doet dit in de vorm van primaire kreten als: "erg hé" en "dat is toch niet normaal". Het enige dat telt is dat men heeft gesproken en hiermee deze enkele woorden uit zijn holle hoofd heeft verwijderd, voordat hun indringende echo tot een vroegtijdige dood heeft kunnen leiden. En ook hier heeft men zijn gelijken gevonden en zich verenigd in een web van wederzijdse affirmatie.

Er zijn nog veel belangrijke keuzes te maken: welke onderwerpen, wat voor soort betoog, de wijze van reageren en de uiteindelijke vorm van het geheel. Eén ding is zeker: het moet persoonlijk zijn. Er moet hoe dan ook in elk stukje, een stukje van mezelf zitten. Mijn persoonlijkheid moet zo aanwezig zijn dat vrienden, bij het consumeren van een stukje, zich van binnen verwarmd voelen door mijn warme gloed van herkenning.
Later die dag
WOENSDAG 25 JANUARI 2006

Droomvrouw

Omdat ik het wel spannend vind om een vrouw te ontmoeten heb ik laatst een briefje opgehangen in de supermarkt. Er heeft nog niemand gereageerd. Vandaag zag ik dat mijn droomvrouw bijna in de buurt woont.

Handgeschreven tekst 1 - Eigenz vr. 28 donk, zw. pony met doorsnee, met roze laarsjes, zkt vlotte boei. man, tot 30 - geen gr. muis type - om mooie ding. mee te mkn.
Handgeschreven tekst 2 - Schatt. man 27 donk, goed gezelsch, ochtendhumor, ietsie anders zkt. vr. tot 30, sprank. type b-tje gek. om mee te khutselen - geen kind of paard.
Waarom ben ik toch ook zo kieskeurig.
1 dag later
DONDERDAG 26 JANUARI 2006

Ingezonden brief aan een beminde #3

Ingezonden brief aan een beminde #3
Het ritme van de tijd is me niet meer eigen sinds ik de controle over de situatie verloren heb. De dagen zijn zo lang, de nachten zo onrustig. Het heeft eigenlijk geen zin meer mijn ogen te openen, want wat ze zien is toch geen goed bericht. Ik voel me staand in een zandloper, gedrukt tegen de rand al kijkend naar de traag kolkende spiraal van vallend zand, die me weldra zal verorberen. Ik grijp me nog vast aan het glas, probeer mijn lot te ontkennen. Ik druk mijn neus en kijk naar buiten in de hoop een glimp van jou reddende engel op te vangen.

Zo lang stelselmatig geen bericht is geen toeval meer, het is een teken. Misschien gooi je mijn brieven wel ongelezen weg. Misschien wil je me verrassen, en werk je tegen de grenzen van tijd en kunnen om me terug te betalen met gelijke munt. Toch ontslaat dat je niet van je zorgende plicht om het verdrinkende eendje te erkennen en gerust te stellen met wat zalvende woorden. Soms ben je net als de politiek van een kikkerlandje. Zonder pardon.

Waarom maak je dan ook van die zinspelingen, terwijl je weet dat ik met je meelees? Waarom lach je zo bevestigend op foto's, terwijl je weet dat ik je aankijk? Heb je in je prachtige onschuld dan echt geen idee van wat je aanricht? Misschien heb je gelijk en passen we helemaal niet bij elkaar. Maar laat het dan weten, ik voel me nu zo als een pleister zonder wonde. Overbodig.

Sorry, ik ben wat emotioneel, schrik maar niet. Misschien kunnen we deze achtbaan van emoties in het vervolg samen beleven, met z'n tweeën naast elkaar op de bank. Zullen we een kopje koffie gaan drinken, zodat ik je kan laten zien dat ik heus niet zo'n huilebak ben? Als je mijn brieven niet leest, stuur ze dan tenminste retour afzender, ik zal het gebaar begrijpen. In gedachten ben ik bij je.
1 dag later
VRIJDAG 27 JANUARI 2006

We zouden op reis gaan

We zouden op reis gaan
We zouden op reis gaan. De vlucht van ons leven, in één keer binnenvliegen in het paradijs. We hadden geboekt, ons plekje was gereserveerd. Maar het geluk wordt ons ontnomen bij de douane, waar we worden ontmaskerd als voortvluchtige leugenaars. We worden gescheiden door de ontnuchterende werking van ons lot. We zijn nog veel te jong om volmaakt gelukkig te zijn en op deze leeftijd al te stoppen met hopen. We moeten elk onze eigen reis maken, met passie, door een glooiend landschap vol ontdekking en intense beleving. Waar je kunt zweven door de lucht, alsof de zwaartekracht met je meedenkt en waar je nog misstappen kunt maken, zonder dat ze afdrukken achterlaten op je ziel. Ik zal je verleiden met mijn dans en je binnenvoeren in een wereld waar het ritme van de natuur bepaald wordt door mijn hartslag, en jij het bloed bent dat alles tot leven wekt. Daar waar rozen tot ruilmiddel zijn en we de tijd aan een halsband met ons meevoeren. Je zult geen oog meer voor me hebben, maar om je heen zijn bij al die overdaad. Je geeft je over en verdrinkt in een overvloed aan ervaringen. Je weet weer waarom, zodra ik je kom redden en je voldaan in mijn houvast kunt wegsmelten.
1 dag later
ZATERDAG 28 JANUARI 2006

Linda bedankt

Linda bedankt
Het zit niet mee de afgelopen dagen. Terwijl ik hard aan mijn opdracht had moeten werken, werd ik meegezogen in een grote omtrekkende schijnbeweging van overtuigende en gracieuze schoonheid, die me alleen maar verder van mijn doel heeft verwijderd. Ik had moeten nadenken over de aanpak van mijn weblog, de thema's en de rangorde van behandeling. Maar niets van dat. Wederom word ik elke dag teleurgesteld als ik teruglees hoe weinig daadkracht er in mijn hoofd schuilt.

Wat er te lezen valt, lijkt helemaal niet als door mij geschreven. Het zijn werpsels ergens in het ledige tussen subjectiviteit en objectiviteit. Het ademt teveel afstandelijkheid om er gezellig omheen te gaan zitten, als aan een haardvuur waar je je voeten kunnen warmen. En het is te week om op een sokkel te worden gehesen en aanbeden voor zijn status en allure. Het is niets.

Het voelt nog steeds alsof iemand anders uit mijn naam de correspondentie voert. Niet alleen worden mijn woorden eerst door een bad van goud gehaald, aangeraakt door een schuwe engel en overgoten met een sprankelende levendigheid, alvorens te worden gepubliceerd. Het is veel erger dan dat! Deze genode gast voert nu ook mijn agenda en bepaalt wat er in me omgaat en waarover geschreven wordt. Van de schaarse momenten dat ik zelf de controle nog heb, moet ik gebruikmaken om jullie lezers te waarschuwen.

Linda heeft gelijk als ze tussen de regels van mijn ziel leest en ontdekt dat de echte regels niet blijken te bestaan. Ze neemt me bij de hand en toont me dat het persoonlijker moet. Ze is als een handvat waar ik alleen maar in hoef te geloven om het te kunnen grijpen. Dank je wel. Ik moet tegenwicht bieden aan dit verfoeilijke spel dat uit mijn naam gevoerd wordt, en de regie weer in eigen handen nemen. Ik zal jullie laten zien wie ik echt ben! Ik ga hard werken aan de spiegel waarmee jullie een blik kunnen werpen op mijn ziel.
2 dagen later
MAANDAG 30 JANUARI 2006

De tafelsessies

De tafelsessies
Welkom beste vriend, fijn dat je zo snel komen kon, ga zitten, lang niet gezien, trek je jas uit, een hoop gebeurd, veel te bespreken, neem een wijntje. Château Migraine 1997? Tuurlijk. Netjes.

De laatste tijd zit het een beetje tegen, drijf mezelf in het nauw, loopt niet zoals verwacht. Klinkt bekend, ga verder. Hetzelfde als vorige keer, maar nu speelt ze onbereikbaar. Laat toch zitten, gaat wel weer over. Daar proosten we op! Absoluut. En jij dan, druk bezig, projectje hier, projectje daar, succes? Ben met iets groots bezig, loopt niet zoals verwacht, drijft me in het nauw. Heel goed. Hetzelfde als vorige keer, maar nu speel ik onbereikbaar. Moet je ook niet doen, mislukt altijd. Had ik kunnen weten, volgende fles. Is logisch. Inderdaad.

Wat moet je ook met een weblog, begeef je onder de mensen, schreeuw dat je bestaat, ga dansen, maar verberg je niet achter de lettertjes. Ik verken mijn grenzen, probeer wat nieuws, ben eens wat anders, typisch mezelf, kom niet meer buiten, verschuil me tussen de lettertjes. Zeker niet netjes. Wat doe jij toch altijd onder de mensen, zo bemind, altijd gemist, nooit eens alleen, kom eens tot jezelf, ga voor bezinning, een keer eenzaam thuis. Dat zou ik niet kunnen, zou me verloren voelen, onbemind, uitgeworpen, achtergelaten, als een huisdier voor de vakantie. Jij een huisdier, daar drinken we op. Uiteraard.

Als we nou een keer wisselen, jij mijn plek, ik de jouwe, jij schrijven, ik leven, jij liegen, ik veinzen, jij rust, ik beweging. Onzin. Absoluut. Doen we een keer. Zeker weten. Zonder pardon. Een hele opluchting, goed gesproken, fijn gedronken, kan nog lopen, dat lucht op, ik moet nog naar huis, ben al te laat. Heel erg netjes, nu al naar huis, te weinig gedronken, kom weer snel, neem nog een glaasje, je bent al weg...naar stukje de vrouw?
1 dag later
DINSDAG 31 JANUARI 2006

Met woorden

Je toont me je wonden
geraakt door het lot
laat je me helen
met woorden
die als een placebo
verzorgen zonder dat
we doktertje hoeven spelen
1 dag later
WOENSDAG 1 FEBRUARI 2006

Een berichtje

De dag begon vandaag met een bericht, dat is altijd goed. Op mijn telefoon knipperde het volgende berichtje:

Cryptischer en onduidelijker kon de boodschap weer niet worden overgebracht! En dan ook nog dat technisch falen, wat staat er toch... lonkend...lokkend. Het probleem wordt almaar groter door die ongelukkig gekozen woorden met dubbele betekenis, die het gewicht van dat allesbepalende bijvoeglijke naamwoord tot buiten proportie opblazen. Als het de bedoeling is een dubbel gevoel over te brengen, dan is dit in ieder geval de meest compacte manier.

De boodschap lijkt overduidelijk en maant me bevelend tot de orde. Maar doordat het rijmt heeft het wel iets lichts, alsof het verzonnen is in de rij bij de bakker en je niet te streng wilt overkomen. Maar als je bij de bakker opgewonden raakt van mijn steken, dan is er iets goed mis! Maar stel dat het positief is bedoeld, licht vleiend, verzonnen in een vlaag van ondeugendheid tijdens het lachen?

Komt het toch aan op dat ene woord. Lokkend klinkt alsof jij je prooi voelt en ik de jager met het fluitje ben. En dat je me met dit bericht vriendelijk wilt informeren dat je mijn streken door hebt. Lonkend is daarentegen meer alsof je me met een verrekijker observeert, een aangename schittering in mijn gedrag ontdekt en me hiervan op de hoogte stelt middels dit bericht. Verwarrend. Het geeft ook niet, we hebben het er nog wel over. Toch bedankt.
1 dag later
DONDERDAG 2 FEBRUARI 2006

Opgelucht bijpraten

Opgelucht bijpraten
Ik ben opgelucht dat ik het jullie zeggen kan, eindelijk de waarheid spreken. Ik ben niet helemaal eerlijk geweest. Het is jullie vast al opgevallen dat diverse stukjes een beetje anders zijn, aangeraakt door iets hogers. Ik zei dat mijn correspondentie was overgenomen door een ander, de zogenaamde genode gast, die alles mooier maakt dan dat het is. Ik speelde onschuldig, maar ik kan nu opbiechten dat ik hier zelf voor verantwoordelijk ben. Ik heb deze gast uitgenodigd om me mooier voor te doen dan ik ben. Het spijt me.

Ik vond mezelf te weinig, niets, voor het grote doel dat ik met mijn weblog wilde bereiken. Een inschattingsfout door onzekerheid. De gemaakte leugen zoog me steeds verder in een moeras van relatief gelijk. Totdat ik nu zie dat dit totaal de verkeerde weg is, niet eens een omweg, een doodlopende weg! Als je zover van jezelf gaat staan om iets te bereiken, kun je op een gegeven moment niet meer zien wie je bent. Ik raakte verstrikt in vragen die me niet verder hielpen, maar alleen maar afremden. Nu grijp ik in.

Ik heb geleerd dat de ware weg naar mijn doel veel eenvoudiger is dan ik dacht. Betrokken, toegewijd en vol overgave gewoon jezelf zijn is het recept. Dat is cliché, en ik ben niet zo van de clichés, maar het enige dat je kunt bereiken zit in jezelf. En dit is geen genoegen nemen met je beperkingen, maar het versieren van je mogelijkheden. Dit inzicht toont me dat het bereiken van je doel schuilt in het inzetten van de weg voor het bereiken van je doel. Je weg als sleutel tot je doel. Dat ga ik doen.

Over het doel kan ik nog niets zeggen, zonder de schoonheid van de weg te bevlekken. De weg die ik zie is namelijk zo duizelingwekkend volmaakt en even prachtig onder elke hoek, dat ik jullie gewoon moet meevoeren zonder iets te verklappen. Volg mij.
Later die dag
DONDERDAG 2 FEBRUARI 2006

Ingezonden brief aan een beminde #4

Ingezonden brief aan een beminde #4
Mijn brandende liefde voor jou wordt vernederd, teruggefloten en op zijn plaats gezet. Er rest alleen nog maar een waakvlam, om me te beschermen. Diep van binnen ben je nog, even schitterend als altijd. Maar van buiten zegt mijn lichaam ik kan niet meer, ik geef het op. Ik heb mijn hoofd gebroken, elke stilte wel duizendmaal gewogen, zonder te begrijpen wat je met me af zou willen spreken. Aan mij ligt het niet, dat weet ik wel. Leg dat maar eens uit aan mijn tere ziel.

Ik dacht je te kennen, maar in mijn goedhartige naïviteit heb ik me danig op je verkeken. Je leek een vrouw van vlees en bloed, maar bij benadering blijk je een beeld en breek je van kou in stukken. Medeleven is je vreemd, onbeschoft, om over goed fatsoen nog maar te zwijgen. Je raast maar door, kijkt niet om je heer en bent ongevoelig voor alle schade die je aanricht. Je ziet me liggen, geraakt door jou, je maakt een grapje - richting vrienden. Je lacht me uit, speelt met mijn lot en tikt me gevoelloos heen en weer. En toch blijf je als een vrachtwagen zonder remmen. Verpletterend.

De kwestie van tijd wordt door jou niet opgelost, je denkt vast het gaat wel over. Maar terwijl je denkt sta ik te lijden in een bewust gekozen martelgang. Je kijk ernaar, geniet ervan, het is voor jou een ware drug. Een overdosis is pas teveel, als ik eraan ten onderga. Al kijk je slechts, geheel passief, je blijft medeplichtig aan de slagen op mijn hart. Ik voel me als een babyschildpadje onder je voeten. Vertrapt.

Al geniet je op je eigen macabere manier van mijn lijden, mijn energie is ook niet eindeloos. Ik zou willen stoppen, het allemaal laten overwaaien, maar niet voor nog één laatste kans. Doe je best en maak het goed, voordat ik als een vlinder zal ontsnappen. Nodig me uit en neem me mee, om te kijken of we elkaar in het echt ook zo goed aanvullen. Ik zal je vergeven. Ik ga weer liggen, droom al stiekem van een toekomst één met jou.
2 dagen later
ZATERDAG 4 FEBRUARI 2006

Het verhaal van vosje

Er was eens een vosje, ergens heel ver weg, dat tevreden samenleefde met een heleboel andere dieren in een diep weggestopt woud. Het vosje was blij met elke nieuwe dag die aanbrak, en kon niet wachten tot alle dieren wakker werden. Ze toonden hem keer op keer dat hun prachtige kleuren bestand waren tegen de grauwe deken van de nacht, en dat ze vol kracht uit hun onderbewustzijn konden ontwaken, om samen te komen in de wereld. Het vosje maakte elke dag een reis door dit woud, eindeloos, gedreven van de ene verleiding naar de andere. De bloemen lachtten hem toe, omdat ze wisten dat het hem groot plezier deed. Dieren gingen op in een gezamenlijke dans, zodra ze vosje zagen verschijnen. Vosje regisseerde, uit intens plezier, deze collectieve beweging der natuur. Als vosje sloop liefst twee eksters langszij, als vosje dook moest iedereen opzij en als vosje greep een kus op zijn smoel. Je moest wel meedoen, anders werd vosje boos. Vosje vond zichzelf hooguit wat streng, anderen noemden zijn streken maar sluw. Toch konden ze zich geen leven voorstellen zonder vosje.

Vosje vond dansen met de dieren het mooiste dat er was, hij wist niet beter dan dat hij zo was. Maar hij was niet tevreden en wilde veel meer. Het moest groter, langer, mooier en het hele woud moest opgaan in zijn spel. De vogels fluiten, de dieren kruipen, de bomen buigen en de planten sluiten. Allemaal op tijd, precies op zijn teken. Vosje wist niet hoe en raakte bedroefd. Ten einde raad ging hij langs bij Grote Beer. Wat hij nodig had waren hersenen, zo groot als een mens, pas dan zou hij schitteren en vol glans boven iedereen kunnen uitstijgen met een volmaakte compositie. Beer kon hem dat geven, maar waarschuwde hem wel. Hij zou niet de eerste zijn die iets tot zich nam, en daarna verging met spijt ervan. Vosje geloofde daar niets van, smeekte, kreeg, en dankte de Beer. Nu kon hij eindelijk op weg naar zijn doel, hij kon niet wachten en dacht al meteen.

Vosje werd overspoeld door een overdaad aan indrukken, gedachten en observaties. Alles scheen hem anders toe dan wat hij gewend was, alles ademde volledige rust. Hij observeerde de vogels, zag ze takjes verzamelen, paren en voeden alsof het delen van een script betrof. Het secuur verdelen van een worm onder het kroost was slechts een rimpeling aan de oppervlakte van dit grote goed. Wat zou vosje nog kunnen volmaken aan dit onbegrijpelijke evenwicht? Hij was alleen nog maar vol vragen, hoe kon het zo gebeuren? Alles leek onder controle van iets buiten zichzelf, verbonden in een spel en afgestemd op elkaar. Het was in harmonie, geknoopt in een perfecte symbiose, terwijl de spelers geïnstrueerd waren te overtuigen van hun individualiteit. Wie voerde hier regie? Wie had vosje reeds ontnomen wat hij zo hard bereiken wilde? Vosje raakte verward, en ging op zoek naar de waarheid achter dit mysterie.

Als de dieren vosje kwamen vragen om te dansen als vroeger, moest hij teleurstellen, hij had een hoger doel. Hij stond erbuiten, vervreemd van zijn eigen plek, in de hoop iets te bevatten van wat zich hier voltrok. En als hij toch verscheen werd hij niet gevraagd, om mee te doen, aan wat hij voorheen zelf creëerde. In rust elkaars pootjes likken kon hem niet meer behagen, en ook snuffelen rook niet meer als tevoren. Vosje voelde zich steeds eenzamer en onbegrepen door de wereld om zich heen. Wat was er toch veranderd sinds zijn bezoek aan Grote Beer? Hij was niet beter geworden van deze gift en er was opeens een wereld buiten hem. Vosje stelde zichzelf gerust en dacht dat dit slechts tijdelijke verliezen waren, horende bij zijn nieuwe gave.

Vosje sloot zich op in zijn eigen ziel, daar was immers nog genoeg te verkennen. Het waren zijn oude vrienden die hem niet begrepen, die niet in staat waren om op gelijk niveau zijn verbeelding te delen. Hijzelf zat goed, was aardig op weg, en zou weldra perfectie bereiken. Maar in zijn tocht naar zijn binnenste ik, wat alles in één keer ophelderen zou, raakte vosje verstrikt in een lelijke val, hij wist niet meer waarom hij leven moest. Gekweld door zijn geest stortte hij in, en werd voortaan alleen nogmaar gedragen, door de dagen. Elke zonsopgang versterkte zijn pijn en vergrootte de afstand tot de volgende dag. Overladen met spijt bleef vosje slapen, om maar niet te zien wat nog wel tot bloei kwam. Vosje kon nu wel denken, maar niet meer leven, in een wereld van gelijken.

Op een dag kwam Grote Beer langs om te vragen hoe zijn gift beviel. Vosje lag er uitgeput bij, achtergelaten in zijn hol. Hij was verlaten door alles wat hij nu niet meer beleven kon. Grote Beer huilde om dit slagveld dat hij had aangericht. Een instrument gegeven, een mogelijk beleven, maar zonder handleiding, een waar gedrocht. Vosje geloofde niet meer in een wereld buiten zijn kunnen, hij wilde niet meer boven alles worden uitgetild, maar verlangde slechts te zijn, geworpen tussen zijn vrienden. Grote Beer begreep het wel en bevrijdde vosje uit zijn redenerend gekwel. Vosje sprong op en proefde weer, een eenheid, zichzelf en de natuur.
1 dag later
ZONDAG 5 FEBRUARI 2006

De zee in

De zee in
Tegemoetgewaaid door de schuifdeur sta ik zo weer buiten. Ik voel me nog steeds meegesleurd door de voorbijtrekkende landschappen van zojuist. Ik stond op het uiteinde van een grammafoonplaat, met mijn rug naar het midden, meegenomen naar wat mij werd getoond. Kijken was als een ontmoeting op het netvlies, en wat ik zag nam ik met me mee, om voor later te onthouden. In dat korte moment, oog in oog met daarbuiten, pelde ik het beeld als een ui, als behang, altijd nieuwsgierig naar de volgende laag. Ongeduldig werd ik rondgedraaid, benieuwd naar wat er komen ging, om te aanschouwen, op te rollen, en mee te nemen naar de volgende stop.

Reizen met de trein geeft voldoening, omdat je weg kunt dromen zonder een gevoel van stilstand. Het laat je zien wat er elders is, zonder je er daadwerkelijk bij te betrekken. Met de passagiers en je eigen ziel als enige constante. Dromen over waar jouw reis heen zal gaan, welke overstap je moet nemen, wie er naast je komt zitten, met wie je praten wil, om erachter te komen of je in dezelfde droom past. Samen dromen. Elkaars droom ontdekken, verleiden, verwezenlijken, behoeden, opgaan, beleven, beschermen, ontmaskeren, openmaken, verlaten, koesteren, wakker worden. Volgende halte.

Waarom toch altijd vertrouwen op omtrekkende bewegingen, omwegen, die het oorspronkelijke doel niet erkennen, afleiden van, en je richtingsgevoel haar waarde ontnemen. Zelfbescherming, rationalisatie, gezichtsverlies, kwetsbaarheid, vooruitdenken, tevreden, zinloos, ze heten allemaal anders, maar betekenen hetzelfde. Ik wil me bevrijden, me in het water werpen en als een steen, zo zwaar, eindeloos naar beneden zinken. De laatste luchtbellen ontsnappen en gaan terug naar hun eigen wereld, ik adem zonder, sluit mijn ogen, en zweef bewegingsloos dieper en dieper. De zee omhelst me als geliefde, voedt me met warme stromen, verlicht terwijl het donker wordt, beschermt en fluistert wees niet bang. Hier kan ik in alle rust mezelf zijn, samen met de zee, gewichtloos opgaan in een allesomvattende omarming. Ik noem het liefst geborgenheid.
1 dag later
MAANDAG 6 FEBRUARI 2006

Ik wil verdrinken

Ik wil verdrinken
Niet zolang geleden heb ik iemand ontmoet, die mij wakker heeft geschud en ertoe bewogen weer tot bewustzijn te komen. Ik weet niet wat me bezielde, maar ik fundeerde de basis van mijn schrijven in een andere wereld, geleid door egoïsme en zelfverlorenheid. Het moest mooier, groter en goddelijker, zodat mijn innerlijke stilstand, gedragen door deze omleiding, niet op zou vallen.

"Wat het leven is ervaar je slechts wanneer je je er zonder enig voorbehoud aan overgeeft", zei een oude man ooit tegen een ongrijpbaar vluchtige jongeman die dit deelde met mij in zijn boek.

Er is niets zo heerlijk als het schuldgevoel van 's middags liggen. Je ogen sluiten, mag eigenlijk niet, ik ben er nog, heel even dan. De sferische klanken druppelen ritmisch naar binnen. I'm not supposed to feel, I forget who I am, When you laugh, I'm inside your mouth, Say my name whisper it. Twee uur later, met gloed in de borst terug bij af, zonder rond te gaan.

Er is veel te weinig tijd om uit te stellen, om eerst een ander leven te leiden, en dan pas je schaduwleven in te kleuren. Ik zie me afdalen in mezelf, steeds sneller, vallen, vaart maken, concentreren, fixeren, en terechtkomen op het puntje van de springplank die me weg zal schieten, zal katapulteren tot in de ruimte, om eindelijk te verlaten en terecht te komen, in gewichtloosheid. Waar je zwemmen kunt zonder te worden aangetrokken of afgestoten.

Ik zou willen schreeuwen, bekennen en opbiechten, om die val te kunnen maken. Ik zou het leven in het gezicht willen slaan, mezelf raken, en zeggen dat ik eindelijk eens geleefd heb. Ik open mijn hart en ga ervoor, in de hoop te verdrinken in liefde.
1 dag later
DINSDAG 7 FEBRUARI 2006

Een zure horoscoop

Ik had vandaag pas een afspraak met iemand die ik niet eerder heb kunnen ontmoeten. Afgesproken in de stad, ziet ze me eindelijk staan, tijd voor een ontmoeting. Tijdens haar huppelend toenaderen, begroet ze me uitbundig met haar prachtig golvende zwarte haren. Ik grijp mijn kans, neem een aanloop en surf vol uitdaging over haar lonkende lokken van plezier, totdat ze me afschudt met een aanhoudende ontkennende beweging. We zitten in een te gemaakt koffiestalletje, waar iedereen elkaar eerst ontwijkt alvorens verder te gaan. In de verte worden massa's naar het neon van sjieke merken gezogen.

Het gaat over éénpersoonstheezakjes, de snelheid van de dagen, en soms ook de traagheid ervan. Haar terugkerende ontwapenende glimlach straalt onsterfelijkheid uit en ik smeek haar dit betoverende goed voor altijd te koesteren. Met de trekken van haar mond bespeelt ze mijn gemoed als een poppenspeler zijn marionetten. Ik wil bespeeld worden en geef me over. Ik word voortgetrokken op een slee, door een glooiend landschap vol sneeuw, met het touw bevestigd aan haar lippen. Ik kan niet wachten op de volgende lach, een versnelling, gelanceerd, om los te komen van de grond. Ik voel me even heel gelukkig, ik zweef! Ze vindt het maar onzin en verplaatst haar aandacht naar buiten.

Het is gezellig met zijn tweeën en we hoeven dan ook niet veel te zeggen om ons te vermaken. Ik blader wat in een gratis krantje en raak geboeid door mijn horoscoop. De sterren zijn mij goed gezind en ik hoef alleen nog maar op succes te wachten. Dat scheelt. Ik heb haar aandacht herwonnen en lees enthousiast haar lot. De onzekerheid van de bewoordingen is echter zo krachtig dat ze aangeslagen en verdoofd onderuit zakt. Ze houdt niet van mysterieuze berichten, en al zeker geen dubbelzinnige, ik kan me er iets bij voorstellen. Mijn laatste redding om dan maar in hogere sferen te geraken en wat te drinken, wordt afgeserveerd met een vurige blik, waarna de aandacht weer afvloeit naar buiten. Ik voel me medeplichtig. Ik maak nog wat vermakelijke grapjes over het weer, als beloning sleept ze me nog één keer met tegenzin over een heuvel, waarna ze me loslaat en op de fiets naar huis stuurt.
1 dag later
WOENSDAG 8 FEBRUARI 2006

O kleine ster

O kleine ster
Ik voel me bevrijd en volledig gelukkig door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Mijn ogen zijn geopend, ik ben mezelf meer dan ooit en kan eindelijk kijken zonder masker, naar mijn naakte ziel. Wat zonde dat ik zo niet eerder was, dat ik heb moeten leren van fouten voordat ik werd ondergedompeld in dit reinigende bad. Schaamte van vroeger lach ik eindelijk weg met het vertrouwen van ervaring.

Ik word gefascineerd en probeer uit alle macht de signalen te ontcijferen die de sterren me sturen. Elk flikkeren is een knipoog, tevens een hint voor de volgende ster, en achter elkaar een ingewikkelde morse. Af en toe een vliegtuig, ontmaskerd, ik ben ook niet gek. Ik voel me aangestaard door een enorme hoeveelheid kattenogen, die me op afstand volgen en volledig in rust wachten op mijn antwoord. Het zijn er te veel, ik raak in de war. De sterrenhemel is net als de microkosmos van mijn gevoelens en gedachten. Ook daar is het geheel niet te overzien en bepaalt mijn waarneming en oplettendheid de boodschap die ik lees.

Ik heb geen tijd om ledig te blijven staan om het raadsel op te lossen, ik moet verder in de buitenwereld. En toch blijft dat knagende gevoel de hele dag, doorzeuren over de betekenis, van wat er toch te lezen valt. Op het moment dat ik opga in de ene ster, heb ik geen oog meer voor de anderen. Als ik naar achteren deins voor een panorama, sta ik net te ver weg voor de details die zich afspelen tussen twee buren. Ik heb de oplossing en geef me over aan die ene ster, die mij al lang zo lief toeschijnt. Ik neem haar in me op en geef haar dat ene bijzondere plekje in mijn ziel, waar ze flakkeren kan en me zal verwarmen met gezelligheid. Ik zal haar vertrouwen, vertellen en liefhebben, en elke dag uitkijken naar het moment dat ze weer verschijnt. Vanaf nu af aan zijn haar signalen de enige bron waarnaar ik luisteren zal. Ik zal volledig zijn, niet meer onbegrepen door mijn eigen geest, maar stralen met in mijn hart die kleine ster.

O kleine ster, o lieve ster, verschijn en verlicht mijn verlangen.
4 dagen later
ZONDAG 12 FEBRUARI 2006

Nieuwe schoenen

Papa mag ik deze schoenen hebben ze stonden achterin een oude doos uitgestoten door jou verloren schijnen ze mij zo heerlijk toe

Zoon, die schoenen zijn heel bijzonder en hebben daar op jou gewacht om gevonden symbolisch te bevestigen het verhaal dat ik je nu vertellen zal

Papa en mama werden aangestaard door deze schoenen op het nachtkastje de daad betoverend straalden ze veelbelovend door mij gedragen toen jij geboren werd

Na ons huwelijk heeft mama ooit gezegd dat ze destijds naar beneden keek voordat ze besloot te worden meegenomen op die reis over ons levenspad

Ze moest denken aan die ene keer toen het heel even niet meer was en papa met rozen op deze schoenen hun verbondenheid vol liefde aanbad

Een afspraak na zo lange tijd toen alles nog romantisch was had papa mama voor het eerst gezien erheen gedragen door deze schoenen

Terwijl papa door oneindigheid verlicht opging in de volmaaktheid van het ongemak werd mama genomen bij de neus door het ritmisch wippen van deze schoen

Ik bespeelde haar in oneerlijkheid met moederlijke gevoelens zonder dat ze wist dat ze allang de hoofdrol had in het spel van een genadeloos verleider

Opgenomen in het verhaal beloofden we elkaars geluk te zijn en vol vertrouwen nooit meer te twijfelen aan elk gebaar zodat ons verhaal eindelijk beginnen kon

Mama gezwicht voor de verleiding en papa terwijl hij deze schoenen kocht verlangden jouw kinderlijk vragen naar dat ons voorgoed verbinden zou.
2 dagen later
DINSDAG 14 FEBRUARI 2006

Ingezonden brief aan een beminde #5

Ingezonden brief aan een beminde #5
Je scheen mij toe als een ware prinses in een hoge toren, smachtend om bevrijd en meegenomen te worden, mij roepend met je schreeuw om liefde. Verblind door je schoonheid, met emotie overladen en weggetikt door het toeval pakte ik mijn witte paard en ging op weg, alleen naar jou. Het pad dat ik ging straalde vol tedere verleiding, romantische eerlijkheid en oogstrelende bewondering, en was aan weerszijden versierd, vol pracht en praal. Ik hoopte je verlangens te vervullen en je grillen te bespelen, na mijn prachtige komst.

Elke blik in jouw richting was voor mij steeds de bevestiging, van jou, als bestemming in mijn leven. Ik hoopte te veroveren wat ver voor mij lag, maar mijn paard geladen met verwachtingen, strandde in een zee van onbegrip. Door koude verlamd zal ik verdrinken, in water door jou geworpen, geklemd in mijn armen mijn laatste hoop. In werkelijkheid ben je een ware diamant. Je verleidt op afstand, bespeelt met glinstering, maar bent te kostbaar om te bezitten.

Ik koos voor het grote gebaar, besloot je te aanbidden, in stilte, met woorden, begrepen, geef je mij repliek, in stilte, zonder woorden. De schoonheid van deze symboliek is mij te zwaar, en ik durf niet te denken aan die andere kant, van dezelfde munt. Je hoort me niet als ik tegen je praat, woorden in stilte geschreven, is niet jouw taal, je verstaat me niet. Jij bent de jeugd en ik te oud. Langdradige verveling is wat jij nu leest in dit weidse gebaar, je ziet me als fossiel, uit een gestorven tijd. Wie weent er nou nog om het lijden van de jonge Werther? Ik voel me als het geheim achter een boekenkast. Verraden.

Je kon niet anders, hebt je best gedaan. Jij geketend veroordeeld om jong te blijven en ik genoodzaakt als oude te vergaan. Ga maar verder, vervolg je pad en maak plezier. Ik had graag deel willen zijn in jouw gezamenlijk beleven. Je fluisteren, voelen en verlangen laten ervaren als gehoord, aangeraakt en begeerd, door aanwezigheid alleen. En dat alleen maar omdat ik naar je toe werd gedreven.
1 dag later
WOENSDAG 15 FEBRUARI 2006

Gedicht van de dag

Alles zo wreed, ik voel me zo nietig
los van het geheel de druppel gebracht
verbonden in regen als tranen gedacht
word ik als mens alleen maar verdrietig

Ogen gesloten droom ik bij het kletteren
warme stralen door wolken gegeven
naar beneden langs mijn neus gedreven
klinken als eendjes die ik hoor spetteren

Ik zeur altijd dat ik alleen maar klaag
alles is tegen of net iets te braaf
nu moet ik bekennen vol overgaaf
er hangt een gedicht in de lucht vandaag
1 dag later
DONDERDAG 16 FEBRUARI 2006

De tafelsessies #2

De tafelsessies #2
Kom binnen, ga zitten, vertel je verhaal, dit moet je proeven, een prachtig wijntje, een kaasje, en veel meegemaakt. Klinkt goed, het rode vocht kan niet wachten, kristalhelder, als altijd, een ware verrukking. Hoe gaat het met jou en met je zinnen? Eerst even een slokje, daarna het verhaal.

Ik had laatst een afspraak, prachtig en wel, lees ik haar sterren, raakt ze ontdaan, geen land mee te bezeilen, gewed op het verkeerde paard, en jij dan? Ben nog steeds wat vertwijfeld, onderweg met mezelf, meer beweging op afstand, dan dat ik reik naar het doel. Ga verder. Ik wil me graag tonen, maar weet niet zo goed hoe ik moet versieren, en dan moet gedragen gewonden om haar. Jezelf zijn, je voorkomen, geforceerd aan de slag aan mij niet besteed, elke seconde gedacht bedrieg je de ander en verlaat je jezelf. Je staat erbij en denkt ernaar.

Vrouwen voelen met ogen, je moet tastbaar zijn, alvorens ze meegaan, zich vormen naar jou, om samen te luisteren en ontdekken dat het klopt. Dus niet eerst bepalen, op afstand, wat voor haar tastbaar is, inschatten, welke vorm het beste past, begrijpen, welk oor haar het beste ligt? Zeker niet, kijk, ik maak mijn eigen lokkende gebaren en verlies me in de vrouwen die daarin de goddelijke verleiding lezen, en jij verliest je in vrouwen en maakt die lokkende gebaren waarin zij de goddelijke verleiding lezen. Van hetzelfde laken een pak. Proost.

Je bent dus verliefd, op een wazige schim, haar niet echt ervaren, geen blik van gezien. Het is niet een schim, een concreet exemplaar, ik heb reeds een beeld, door een enkel gebaar, ben geraakt door het lot, geen houden meer aan. Wonderlijk toch, waar we alles voor doen, enkel ontmoeten is al niets dan bedrog, maar wat moeten we zonder, geboeid en veroordeeld tot onszelf. Ik ga ervoor, als ware ik jou, zonder te denken, mijn wil achterna. Je hebt nu haar aandacht, maar heus niet voor lang, vertrouw op je kracht, wees maar niet bang. Ik verschijn in een wenk snel voor haar gelaat, alvorens ik denk ben ik nou te laat.
1 dag later
VRIJDAG 17 FEBRUARI 2006

Het orakel

Het orakel
Orakel, ik ben gekomen voor uw zalvende woorden die mijn twijfels hopelijk verzachten. Spreek je vraag en ik zal met wijsheid verzorgen. Ik volg een licht, tot mij gekomen over grote afstand, stralend in de verte heeft het een oogstrelend effect. Het is zaligmakend dit licht te volgen, waarvan ik af en toe denk dat het daar straalt, alleen voor mij. Maar van tijd tot tijd word ik neergeworpen richting aarde, wordt lopen een kruipen en neemt de afstand tot dit licht alleen maar toe. Ik vraag mij dan af of dit licht geen spinsel is in mijn hersenen, gesponnen van primaire behoeftes en verlangde perceptie. Ik ben dan bang dat dit licht alleen maar schijnt om de wereld om mij heen te verlichten. Ik weet niet meer wat moet ik nou?

Dat zijn zware vragen mijn vriend, die terwijl ze je plagen vijandiger lijken dan ze van oorsprong blijken. Wat je weet is dat je wordt gedreven, aangesproken door dit licht, gevraagd om dichterbij te komen, je geeft vol overgave gehoor. Je echte drijfveer speelt van binnen en huist in je verlangen om je te tonen, aan al dat maakt zichtbaar de weg voor jou, vol nieuwsgierigheid treed je tegemoet.

Verdoe geen tijd met staren in het licht, op zoek naar de betekenis er achter, het zal je verblinden en laten tollen als een dwaas. Denk niet vast wat er bij het licht zal zijn, of het de ontbering van de weg wel waardig is. Twijfel niet wat je het licht bij aankomst nog geven kan, het straalt alleen en is reeds één met wie het leiden kan. Maar laat je vooral niet verwarren door de signalen van een licht dat niet te lezen valt. Beleef je tocht in samenhang en deel je twijfels in eerlijkheid, zodat het licht ze smelten kan onder invloed van haar warme gloed.

Ben je moe, neem rust, ga zitten en speel een lied. Vereer het schijnsel daar heel ver weg, waarin voor jou de vervulling schuilt, geloof erin en laat het zijn, de wens van je verlangen. Eenmaal je licht bereikt, is het niet meer zoals het voorheen scheen, het wuift nog slechts als baken hoog, zij aan zij met je gezel, boven jullie hoofd de rest vaarwel.
1 dag later
ZATERDAG 18 FEBRUARI 2006

Liefde is

2 dagen later
MAANDAG 20 FEBRUARI 2006

Met hangende pootjes

Met hangende pootjes
Ach en wee, dat heb ik dan weer. Ik geloof dat ik je een beetje heb laten schrikken met die overdaad aan woorden en al die verwarrende stukjes. Het doet me denken aan mijn neefje die ik vorige week een geel knuffel-gezichtje-mannetje kado gaf. Hij was helemaal blij dat hij een cadeautje mocht uitpakken, dat is iets waar hij helemaal in op kan gaan. Ongeduldig als ik ben kon ik niet wachten en drukte snel op het hoofdje om het, voor hem naar bedorven bananen smakende, schelle batterij gelach te activeren. Het was in één keer voorbij met de pret, geen uitleggen meer aan, het was vanaf dat moment het meest verschrikkelijke wezen op aarde dat gele poppetje. Ik denk dat jij net zo bent geschrokken van mij en dat is, Máximaal gezegd, wél een beetje dom van me.

Het herinnert me aan vroeger, volgens mij was het in de tweede, toen ik zo heel verliefd was op dat stille meisje dat altijd bij de ingang van onze overblijfruimte zat. Dankzij haar liep ik in één pauze wel tien keer van buiten naar binnen. Helemaal weggedoken in haar slobberige trui gaf ook zij mij, met haar schuine ietwat verlegen blik gevormd door haar brede zeer flauw, mysterieus krommende lippen, vervolmaakt met lichte blos op de wangen, twinkelend groen-blauwe oogjes die op het juiste moment wegdraaiden, en half verborgen achter haar prachtige goudbruine lokken, een uitnodiging voor toenadering over onbepaalde tijd. Ook toen heb ik het verknald, toendertijd echter door nooit op de uitnodiging in te gaan.

Soms gaat het bijna goed, zoals een paar weken geleden, toen ik een blind date had geregeld op eigen kracht. Eén dag van tevoren SMS't ze af. Toen was ik nog heel blij met dit uiterst moderne, mij in één klap verjongende gebaar, dat haar meteen als vlotte, technologisch ingewijde meid op de kaart zette. Totdat ik de week erna werd afgebeld, en ze me de week daarna reeds compleet vergeten was voor het maken van de nieuwe afspraak. Driemaal is scheepsrecht zei ze nog, maar het mocht niet baten. Maar ik heb goede hoop. Ik hoorde gisteren dat mijn neefje genezen en gewend is aan zelfs dit schelle gelach. Vanaf nu knijpt hij elke ochtend als eerste in mijn gele cadeau en lacht, naar ik heb horen zeggen, vrolijk mee.
Einde